Atypisch, zo kan je het parcours van Bruno Spaas wel noemen. Hij droomde er van jongs af aan al van om architect te worden, maar werd geweigerd tot die studies omdat hij geen diploma secundair had. Zo kwam hij terecht in de richting toegepaste economische wetenschappen aan de KU Leuven en leerde er Marc Verhagen kennen, met hij wie enkele jaren later Weekendesk oprichtte, het bedrijf achter de Bongobon. Na de verkoop daarvan was hij wat zoekende. Een toevallige ontmoeting met een oudere dame rakelde zijn ondergesneeuwde jeugddroom weer op. “Zo ben ik terug naar de schoolbanken getrokken. Die architectuurstudies voelden als thuiskomen”, vertelt hij. “Uit pure interesse ben ik naar élke les geweest. En na mijn stage heb ik meteen mijn eigen bureau opgericht.”
Genereuze architectuur
Tijdens zijn wandelingen passeerde hij vaak langs de woontoren van Diener & Diener aan het Kattendijkdok. “De bovenverdieping was na meer dan 10 jaar nog altijd casco, kon ik vanop straat zien. Via-via kwam ik in contact met de eigenaar en kon ik het appartement kopen. Ik zag het als portfolioproject, om weer te verkopen. Daarom moest het ontwerp voor verschillende soorten mensen en gezinnen kunnen werken. Dat dwong me te kiezen voor een genereuze duurzame architectuur. Vandaar bijvoorbeeld dat de werkbladen in de keuken op 3 verschillende hoogtes voorzien zijn.”
Die generositeit droeg tegelijk de uitdaging in zich om toch een eenduidige architectuur te creëren, zonder dwingend te worden. In de vormentaal komen overal verticale lijnen (een verwijzing naar de toren) terug, net als het gebruik van terrazzo, de integratie van gelakte vaste meubels en een subtiel spel met zicht en licht, met reflectie en transparantie. “Ondanks die strakke vormentaal kan een bewoner de ruimtes toch op 101 manieren invullen. De 3 slaapkamers kan je bijvoorbeeld evengoed gebruiken als kantoor of tv-kamer”, klinkt het.
Duurzaamheid centraal
Op gelijk welke plek in het 350 vierkante meter grote appartement: overal voel je dat de flow goed zit. Daar zette Spaas heel bewust op in, want een goeie sequentie van ruimtes ziet hij als een vorm van duurzaamheid. “Als je plan goed in elkaar zit, zal je gebouw langer meegaan. Dat geldt ook voor de materialisatie: trends zijn tof voor even, maar duurzaam is het gebruik daarvan niet.” Duurzaamheid zoekt hij dus ook in het materiaalgebruik, “maar altijd op een pragmatische manier”, beklemtoont hij. De Flagstones komen uit een steengroeve bij Tienen, voor de muren en plafonds is natuurlijke leem gebruikt. “Dat materiaal creëert een goede akoestiek en een goeie luchtvochtigheid. En in plaats van airco kozen we voor een klimaatplafond en klimaatvloer. Allemaal zaken die een zeer grote invloed hebben op het comfort van de bewoners.”
Het is ook omwille van gebruiksgemak dat Spaas 3 AQUALEX-kranen liet installeren: in de bar een Fine Touchpad met plat en bruisend water en in de keuken een Twin Touchpad (met spuitwater, gekoeld water en kokend water) en een Fine-model met gewoon leidingwater. “Glazen of plastic flessen water 15 verdiepingen naar boven zeulen, is niet echt praktisch. Ik wou ook absoluut een kraan waar je zowel plat, kokend als bruisend water kan tappen. AQUALEX leerde ik kennen via een beurs, en werd me ook aangeraden door een vriend die er thuis een heeft. Ik vind de vormgeving van de kranen heel geslaagd; ze passen in mijn visie op een duurzaam ontwerp.”
Ook interesse in samenwerken met AQUALEX?